Top 3: Retrospectives

Na elke sprint (doorgaans een periode van 2 weken) vindt een retrospective plaats. In deze retrospective is de standaard variant de ‘happy en sad faces’ variant. Elk teamlid hangt enkele Post-its op bij de 'happy en sad faces', met daarop beschreven wat er volgens hem of haar goed of fout ging in de afgelopen sprint. Met deze standaard variant is in principe niets mis, maar van tijd tot tijd is het zinvol om de retrospective vormen af te wisselen. Om bijvoorbeeld het grote plaatje te zien of meer tot de kern van bepaalde pijnpunten te komen.

Variant 1: Spiderweb

In een Spiderweb retrospective teken je een spinnenweb. Elke hoek van dit spinnenweb staat voor een onderwerp. En elk teamlid dient dit onderwerp met cijfer van 1 tot 5 te beoordelen. Een 5 betekent dat dit uitstekend wordt gedaan. Een 1 betekent dat het teamlid er erg ontevreden over is. Dit kunnen onderwerpen zijn als:

• Technische invulling van acceptance criteria
• Fun factor binnen het team
• Plezier en uitdaging hebben in het werk
• Delen van kennis
• Business value leveren
• Trouw blijven aan het scrum proces
• Samenwerking binnen het team
• Samenwerking met stakeholders

Vanuit hier gaat het team discussiëren. Zijn er grote verschillen in de beoordelingen? (Teamlid A geeft een 5, teamlid B een 2). Zijn er onderwerpen heel laag beoordeeld? Zo ja, wat kan het team doen, of wat heeft het nodig, om deze beoordeling omhoog te krijgen?
De beheerder van de retrospective tekent lijnen tussen de gemiddelde beoordelingen van elk onderwerp. En bewaart dit fysiek of digitaal. Een half jaar later kan dezelfde retrospective worden gehouden. Om te kijken of er grote verschillen zijn ten opzichte van de vorige retrospective.

Variant 2: Tips en tops

Wanneer teamleden een aantal maanden met elkaar samenwerken leren zij elkaar beter kennen. En weten ze van elkaar wat ze aan elkaar hebben. Maar we weten niet altijd wat teamleden over ons denken. Dit blijft soms onuitgesproken wat een gemiste kans is voor constructieve feedback.

In tips en tops tackelen we dit probleem door simpelweg eerlijk naar elkaar te zijn. Ieder teamlid bereidt voor elk ander uit de groep 2 punten voor: een tip en een top. De tip is een ontwikkelpunt. De top is iets wat het teamlid goed doet en moet blijven doen. Deze worden tijdens de retrospective besproken. En genoteerd. Iedereen komt individueel aan de beurt. Belangrijk is om dit wel centraal met het hele team te doen. Zet dus niet jouw tips en tops op de mail. Zo kan de ontvanger jouw bericht interpreteren op een manier die jij niet hebt bedoeld. Houd jouw tips constructief. Teamleden afkraken heeft voor niemand zin.

Variant 3: Kwaliteitenspel

Het kwaliteitenspel ligt in het verlengde van tips en tops, maar dan in een spelvorm. Elke speler krijgt 5 kaarten. Op deze kaarten staan kwaliteiten aangegeven. Dit zijn kwaliteiten als:

• Creatief
• Doelgericht
• Teamplayer
• Zorgzaam
• Veelzijdig

De speler geeft een kaart aan een van zijn teamleden, en licht toe waarom deze kaart zo goed past bij dit teamlid. De ontvanger van de kaart legt de kaart open voor zich neer. En de speler pakt een nieuwe kaart. Dan is het volgende teamlid aan de beurt. Aan het einde van het spel heeft elk teamlid aardig wat kaarten voor zich uitgelegd. Hiermee heeft hij/zij ook een idee van wat volgens zijn collega’s zijn/haar kwaliteiten zijn. Het spel kan gevarieerd worden door bijvoorbeeld ook te werken met kaarten waar verbeterpunten op beschreven staan.

Wil jij ook met retrospectives werken? Kom ons team versterken! Check nu onze vacatures!